Dag 5: Kandy

28 februari 2024 - Kandy, Sri Lanka

Gelukkig konden we gisteravond nog eten bij het hotel. We waren de enige eters, omdat we vrij vroeg waren. Natuurlijk dook het aardige meisje weer op die vroeg hoe het in de stad was geweest. We hebben maar gezegd dat we de dag erna in de morgen zouden gaan. We waren allebei redelijk moe van alle gebeurtenissen van gisteren, dus we lagen al vroeg in bed. Het bleek iets drukker geworden bij het hotel, we waren al even bang dat we de enige gasten zouden blijven. Er kwam nog een stel met een privechauffeur en een luidruchtig Frans gezin. We twijfelden of ze het kind ervan langs gaf of dat het een uitermate vriendelijk spelletje was. We hebben er verder gelukkig weinig last van gehad. Bij het ontbijt was ineens het meisje daar, met alvast de rekening. Ze zou de stad in gaan en betalen kon bij haar (vermoedelijk) moeder. Maar ze vertelde dat we onze bagage in de kamer moesten laten, omdat het bij de stad niet in de tuktuk zou kunnen blijven. Daarnaast mochten we ook nog gebruik maken van de douche als we teveel bezweet waren geraakt door het fietsen. Het enige probleem: we waren niet van plan om te gaan! Een leugentje om bestwil veranderde zo in een Mission Impossible, het deuntje werd tijdens het inpakken ook in koor geneuried. Uiteindelijk bleek dat het hele gezin weg ging en wij rustig onze biezen konden pakken. Op naar Kandy!

De weg erheen zou een rit zijn van ongeveer 130km, iets waar wij rond de drie uren over zouden doen. Het eerste deel reden wij door fraaie natuurgebieden met af en toe een klein dorpje. Heerlijk rustig cruisen. Naarmate we dichter bij Kandy kwamen werd het ook steeds drukker op de weg. Overal waar je keek staken mensen over, bussen werden tussen de menigte gedrukt en ondertussen was er ook nog een markt gaande. Er kwamen nog twee jongens op een brommer naast ons rijden die enthousiast vroegen waar we naar toe gingen en zij vertelden vervolgens waar zij naar op weg waren. Ondertussen waren wij op de door elkaar rijdende voertuigen aan het letten en hadden we eigenlijk geen tijd voor dit soort gesprekken. We probeerden wat te antwoorden en daar leken ze tevreden mee. Daarna sloegen ze ook enthousiast en nog half in gesprek af. 

Het rijgedrag is hier trouwens, subtiel gezegd, opvallend te noemen. Het recht van de grootste telt en inhalen wordt gedaan bij de eerste de beste mogelijkheid. Mocht er ineens een tegenligger opduiken dan wordt dat vaak wel weer opgelost. Iedereen gaat wat aan de kant en is het ineens driebaans in plaats van tweebaans. We vroegen ons af hoe de rijlessen hier gaan. “Hier kun je misschien wel inhalen, kijk maar of het goed gaat.” Al meerdere malen heb ik (Stefan) lachend achter het stuur aanschouwd hoe deze acties elke keer toch weer goed aflopen. Wij rijden gewoon rustig, houden zoveel mogelijk links (verkeer rijdt links hier) en gewoon een beetje go with the flow. Echter merk ik wel dat als het drukker op de weg begint te worden dit zijn invloed heeft op mijn schakelkunsten met de tuktuk. Vooral van twee naar drie geeft dan geregeld problemen, met veel gekraak van de bak als vervolg. Opperste concentratie dus. Onderweg dacht Jamie toevallig aan haar opa en wat verscheen er langs de kant? Een brugmansia. Die stekte hij voorheen altijd. Die hadden we de hele weg nog niet gezien! Het is toch te toevallig en ook al geloven we er niet echt in, het is toch fijn om te voelen dat hij er zo bij is.
De weg naar het hotel werd alsmaar steiler en met veel kabaal kwamen we uiteindelijk bij de locatie. Een mooie villa in een buitenwijk redelijk ver bij de drukke binnenstad vandaan. Nadat we door de zeer vriendelijke jongens waren geholpen was het tijd om naar de tempel van de tand te gaan. Geen orthodontist maar een heilige plaats waar je ook gepaste kledij voor dient te dragen, dus bedekte schouders en lange broek. Maar eerst nog langs het treinstation om kaartjes voor zondag te kopen. 

Echter bleek dit nogal een opgave die alle zintuigen maximaal overprikkelde. Het bevond zich namelijk op een centraal knooppunt waar (logischerwijs) ook het busstation is. Eerst in de chaos maar een plek zoeken om te parkeren tussen al het getoeter, schreeuwende mensen, uitlaatgassen en een wirwar van tuktuks, auto’s, bussen en mensen die kriskras op straat lopen. Gelukkig was er een plekje. We hadden al een paar uur niks gegeten dus bij het opstaan werd Jamie helemaal duizelig. Dat kwam vast ook door alle indrukken en de lange rit. Doorlopen en daarna maar even iets halen. Bij het treinstaton bleek echter dat alles al was geboekt en de ticketverkoper adviseerde om gewoon zondag op de bonnefooi een kaartje te kopen. Dat lukt meestal wel. Toen we terugkwamen bleek onze tuktuk verplaatst en ingebouwd, maar daar zijn ze hier heel handig mee. De medewerker duwde de andere tuktuk gewoon een stukje naar voren en weg konden we.

Het was maar een kort ritje naar de tempel maar van logische parkeerplekken hebben ze hier niet gehoord. Was voor ons ook geen verrassing. Na een rondje om het meer en wat discussie over het beste plan hier en daar, kwam ik tot de conclusie dat het logischer zou zijn om weer op het eerste terreintje te parkeren en dan een taxi naar de tempel te nemen. Eenmaal op de parkeerplaats kwam er nog een mannetje bij staan die ons uiteindelijk naar zijn marktkraampje probeerde te lokken. Ondertussen werd het energielevel van Jamie steeds lager en die was er al behoorlijk klaar mee. De taxi was ook weer een tuktuk, waar ik qua rijstijl nog flink van kon leren. Als Valentino (het motor gedeelte) Verstappen (het auto gedeelte) baande hij zich toeterend en zigzaggend door het verkeer. In plaats van tien minuten werd het ritje aanzienlijk ingekort.

Daar aangekomen kwam er alweer iemand naar ons toe die allemaal dingen uitlegde en zo ook dat je geen korte broek aanmocht. Die had ik nog aan, maar zou ik daar wisselen. Dus eerst maar snel een handdoek omgeslagen en naar de ticketverkoop. Jamie zei dat ik beter mijn trainingsbroek eroverheen kon trekken maar ik dacht dat dit niet lekker zou zitten. Uiteindelijk bleek het reuze mee te vallen dus kudos voor Jamie. 

De tempel was wel heel bijzonder, Jamie gaf het een zeven. Voor de lokale bevolking is dit een bijzondere en heilige plek. Vandaar dat iedereen hier zonder schoenen naar binnen moet, die kon je afgeven bij de ingang, De tand die hier is opgeslagen schijnt te zijn overgebleven nadat Boeddha werd gecremeerd. Die kregen we trouwens zelf niet te zien, maar zit achter slot en grendel in een kleinere tempel op de binnenplaats. Het was wel mooi en imposant om te zien, ondanks dat een deel van de tempel in de steigers stond. We voelden ons ook een beetje een indringer omdat het binnenin een soort smeltkroes was van de lokale bevolking die met veel toewijding aan het bidden waren en daartussen groepen toeristen met luidkeels sprekende gidsen. Omdat wij ook totaal niet bekend zijn met dit geloof voelde het soms toch een beetje ongepast. Na een tot Jamie’s grote vreugde kort bezoek aan een bijbehorend museum stonden we weer buiten. In dat museum werden we trouwens nog even teruggefloten, omdat we aan de verkeerde kant naar binnen gingen.

Na een uurtje was het mooi geweest en liepen we weer naar buiten. Het geld was bijna op dus werd het tijd om weer wat te pinnen. Recht tegenover de uitgang was een bank, dus daar konden we mooi naartoe. Uiteindellijk moesten we twee keer proberen en leek het alsof het was gelukt. Er kwam alleen geen geld uit… In de Rabobank app zagen we dat het ook niet af was geschreven en later werd ons verteld dat het alleen voor Visa kaarten was. Jammer! Het bleek dat we ook wel konden lopen naar de parkeerplaats, dit hebben we gedaan in de inmiddels bekende drukte. Onderweg kwamen we een bank tegen en die deed het wel. We konden alle prikkels beide niet meer zo goed hebben (vooral Jamie was er klaar mee) en zijn met gierende banden (voor zover mogelijk) naar ons verblijf gegaan. Vanavond hebben we lekker pizza besteld en gaan we vroeg naar bed. Morgen hebben we weer een rit van 2,5 uur voor de boeg, maar daarna wordt het iets rustiger!

Foto’s

Jouw reactie