Dag 28: Geen whale watch feestje voor ons vandaag.

4 februari 2019 - Kaikoura, Nieuw-Zeeland

Vandaag werden we wakker in een idyllisch tafereel. Een oase van rust en golven die met een zekere mate van doortastendheid stuk sloegen op het inmiddels weer brandschone strand. Want gisteren lagen er allerlei gekke aangespoelde ‘flubbertjes’ op het strand die wij niet thuis konden brengen. Dit had ongetwijfeld met de getijdenverandering te maken. De wekker hadden wij gezet op stipt 6.30u, het tijdstip waarop de zonsopgang  te zien zou moeten zijn. Helaas voor ons bleek, toen wij ons gordijntje open schoven, deze net plaats te vinden achter een hoge duin. Wij bevonden ons net in een baai. Dan maar weer verder op één oor, ook geen straf.  

Na lekker rustig de dag op te zijn gestart bewogen we ons richting Kaikoura, de plaats waar vandaag de Whale Watch tour gedaan zou worden. Omdat, zoals gisteren te lezen was, alleen de late tour van 16.00u nog beschikbaar was konden we alles op ons gemak doen. De rit er naartoe bedroeg een klein uur. Ongeveer op de helft van de rit keek Stefan uit het raam (Jamie reed) en zag opeens wat bewegen op een rots. “Dat lijkt wel een zeehond!” Omdat snelheid minderen op de drukke weg geen goed idee was reden we door, om na de volgende bocht een drukke parkeerplaats vol mensen aan te treffen. Nu konden we wel mooi stoppen en we werden niet teleurgesteld. Tientallen zeehonden lagen in de branding te zonnebaden. Sommige kleintjes speelden tussen de rotsen en sprongen in het water. Een prachtig schouwspel.  

Het plan n Kaikoura was om eerst een wasserette op te zoeken. We hadden immers toch tijd genoeg. Vervolgens hebben we gekeken wat er nog meer te doen was. Dan zou het inmiddels wel bijna 16.00u zijn. Toen we bijna op plaats bestemming waren ontving Jamie een mailtje met een teleurstellende mededeling; de boottocht was afgelast wegens te harde wind... We baalden als een stekker. Toen we er eenmaal waren snapten we dit ook enigszins, de zee ging wel erg ruig tekeer. Als het wel door was gegaan kwamen we waarschijnlijk groen en kotsend van die boot af. Nadat we de was in de machine hadden gegooid reden we een beetje beduusd naar de winkel die de tour aanbood want dit was vlakbij. We hoopten dat er voor morgen nog een plek zou zijn. Langer wilden we hier eigenlijk niet blijven want er zijn nog zoveel andere dingen te zien en de afstanden zijn op het zuidereiland nog groter dan op het noordereiland. Maar gelukkig was er voor morgen nog plek om 15.00u! Nu maar duimen op minder onstuimig weer… 

Nu we onverwachts volop tijd hadden in dit relatief kleine dorp, waar verder eigenlijk niet zoveel te doen is, gingen we maar op onderzoek uit. Er bleek een plek te zijn waar nog meer zeehonden te spotten waren.  We doopten de dag van walvisdag naar zeehondendag en gingen kijken. In eerste instantie was er, op veel mensen na, niks te zien. Verderop was nog een strand dus zijn we daarheen gereden. 
De zeehonden hebben in de rotsachtige kust een beetje een schutkleur dus zijn soms moeilijk te zien. Toen viel ons oog op iets, een stuk wrakhout? Bij nadere inspectie (van een afstand, we draaiden als de wiederweerga weer om) bleek dit een dode zeehond te zijn. Een redelijk luguber gezicht, maar dit was nog niet het ergste. We besloten om nog een klein stukje verder te lopen, verderop zagen we wat mensen staan. Eenmaal daar aangekomen leek er wederom een dode zeehond te liggen. We zouden al omdraaien tot we het dier ineens zagen bewegen. Stefan pakte de camera alvast. ”Maar waarom staan al die mensen er zo dicht op, die beesten zijn toch gevaarlijk?”. En toen zagen we het. Er rolde een traan over het wang (dit is echt waar) van het hulpeloze schepsel, hij was duidelijk gewond. De mensen die erom heen stonden maakten er nog even uitgebreid foto’s van, poseerden er zelfs mee. Bij ons ging de camera weer in de tas. Niet om de moraalridder uit te hangen, maar een foto in je plakboek van een zeehond die op sterven ligt leek ons nou niet echt een leuke herinnering. Het is misschien een beetje gek, maar we vonden het ook wat respectloos naar het dier toe. Met een brok in onze keel keerden we weer terug naar de auto. Met een naar gevoel want het voelde niet helemaal “juist”. Misschien was er een nummer beschikbaar wat we konden bellen die het beest uit zijn lijden konden verlossen. We konden hier niet achter komen en het is natuurlijk ook een beetje de natuur. Het beeld bleef in ieder geval nog lang nasudderen in ons hoofd. 

We hadden voordat we naar de camping zouden nog even een ander beeld nodig dan een zielig zeehondje. Er was een uitkijkpunt in de buurt dus zijn we daar nog even heen gegaan. Daarna was het tijd voor de camping.  

Dit zag er niet zo uit als wat we voor ogen hadden. Na hartelijk ontvangen te worden door de receptioniste, mochten we doorrijden naar de plekjes aan het strand. Dit had echter meer weg van een Nieuw Zeelandse woestijn. Vreselijk! Troosteloos was het. We werden direct aangevallen door kleine vliegjes dus dit was niet de plek voor ons. Na een rondje camping kwamen we erachter dat er ergens anders nog een non-powered veldje was. We hebben de stoute schoenen aangetrokken en hebben gevraagd of we daar mochten staan. Dit was geen enkel probleem dus zijn we verhuisd. Dit plekje past beter bij ons…