Dag 4: Cahuita

28 februari 2023 - Cahuita, Costa Rica

Helaas was het kleine restaurantje wat we oorspronkelijk op het oog hadden gesloten, dus moesten we iets verder doorrijden naar het dorpje Cahuita. ‘s Avonds rijden vergt hier behoorlijk wat inspanning, want bijna niemand neemt de moeite om fatsoenlijk zijn koplampen af te stellen en je zodoende regelmatig wordt verblind. Gelukkig blijft het in het donker rijden voor ons beperkt deze reis. We hebben heerlijk gegeten, en een beschonken local had het heel gezellig op alle ‘billenschud’ muziek die uit de nog lege club naast ons galmde. Hij was wel soepel in de heupen, moet hem worden nagegeven.

Gisteravond werden de eerste niet zo welkome dieren gespot in onze slaapkamer. Vlak voordat we naar het restaurantje wilden vertrekken zagen we enkele, wat wij dachten, mieren waren op de muur lopen. Gezien hier ook zogeheten ‘Bullet Ants’ voorkomen (een beet voelt als een schot van 22 kaliber, zo willen de verhalen..) namen wij geen enkel risico en besloten op zeer vakkundig geimproviseerde wijze onze klamboe aan de ventilator vleugel te bevestigen en daaronder de nacht door te brengen. Aje To! We kregen vanochtend bij navraag te horen dat het om termieten bleek te gaan. Die zitten in het hout van de wastafels en dergelijke. Desalniettemin hebben we heerlijk geslapen, en inderdaad met dikwijls stromende regenbuien.

Voor vandaag stond dan ons eerste contact met het Costa Ricaanse wilde leven op het programma. We zouden wederom naar Cahuita, daar de auto parkeren en met een Uber naar het andere punt gaan. De tocht van negen kilometer is namelijk een richting en dan kom je dus uiteindelijk weer uit bij je auto. Tot zover het plan. Op papier. Want de praktijk blijft hier weerbarstig. Toen Jamie vanmorgen op de Uber app keek, waren er zat Ubers te vinden in de buurt van waar wij gingen parkeren. Maar na ons heerlijke ontbijt (met koffie in een mok waar je u tegen zegt) bij een klein barretje bleek de app bij aankomst slechts 1 beschikbare bestuurder op 10 km afstand te zien. Die leek al ruim 20 minuten een welverdiende pauze te houden. Toen hierna de app ook nog eens kuren begon te vertonen en we krap in de tijd kwamen (klok liep richting 11:30, park sluit 16:00) beloten we dat het tijd was voor een alternatief.

Eerst maar kijken bij het lokale taxibedrijf ‘Adriaan’, maar die bleek niet te bestaan. Geen probleem, er zal vast een bus gaan. Jamie dacht dat we eerder langs een busstation liepen, maar die ingang zag er behoorlijk vervallen uit en Stefan twijfelde. We liepen naar de hoofdweg, waar we wel een bus in de goede richting zagen gaan. Nergens konden we instappen en er was weinig leven dus toch maar dat station proberen. Warempel, het was inderdaad een busstation! Met de enkele Spaanse woorden die we machtig zijn en veel handen en voeten kwamen we uiteindelijk toch op de plaats waar we moesten zijn.

Na een kaartje gekocht te hebben bij de vriendelijke beheerder (opbrengsten gaan naar het onderhoud en behoud van het park) konden we op weg. Na eerst al behoorlijk onder de indruk te zijn van de gigantische bomen, palmen en bijzondere bloemen die hier groeien zagen we twee mensen naar boven staren. Er bleek een Toekan te zien te zijn! En dit keer geen van der Valk hotel, maar een echte. Hij zat ontzettend hoog maar was met verrekijker prima te aanschouwen. Helaas was onze goede camera schijnbaar aan blijven staan, dus de accu was leeg en kon niet mee. Hopelijk krijgen we nog meer te zien de komende tijd.

Even verderop hoorde Jamie wat in de bomen ritselen, en daar zat ineens een brulaap wederom hoog in de bomen. Echt bijzonder om dat zo in het wild te zien. Overal om je heen hoorde je bladeren vallen en verschillende geluiden. Daarna liep de route een heel stuk langs het strand. De temperatuur was inmiddels al redelijk opgelopen, maar gelukkig was het redelijk bewolkt. De luchtvochtigheid is hoog waardoor het soms wat bedrukkend aanvoelt. Dat is een kwestie van aanpassen en de Nederlandse mentaliteit een beetje loslaten. Na nog een slang op een tak te hebben aanschouwd, kwamen we verderop ineens oog in oog met een kapucijnaap, of door ons omgedoopt als ‘brown bean monkey’ te staan. Dat dit letterlijk brutale apen kunnen zijn kwamen we achter toen we aan het einde van de route aan de nachos en smoothies zaten. Vanuit onze plek aan de soort beachbar konden we perfect zien dat er een hele roedel aankwam, zich op het kraampje wat fruit verkocht stortte en er uiteindelijk een lekker boven op het dak van de kraam een stuk meloen zat op te peuzelen. 

Het dorpje waar we nu verblijven is echt een backpackers Walhalla en dat is ook te zien aan het straatbeeld. Overal leeft het en ziet het er laid back uit. Er wordt wel aangeraden om hier in groepjes over straat te gaan, omdat het niet altijd even veilig is. Zolang je in de hoofdstraat blijft en niet af gaat dwalen is er niks aan de hand. 

Onze villa (Finca Chica Lodge), want dat is het volgens Booking, is echt super mooi. We hebben een groot terras, een open keuken met alles erop en eraan, een slaapkamer met veel opbergruimte en een ruime badkamer. Alles is tot in de puntjes geregeld. Hier kunnen we prima twee nachten verblijven! Omdat we vanmiddag al uitgebreid hebben geluncht, eten we nu een cullinair hoogstandje. Instant noedels en oplossoep. Je kunt niet altijd zes gooien zeggen we dan maar. Morgen gaan we waarschijnlijk fietsen langs de vele strandjes en wel lekker uit eten. En ja, fietsen! Wij hebben hier beide een grote hekel aan, maar het schijnt de moeite waard te zijn. In Canada pakte het ook goed uit dus dan zal het hier ook wel lukken. Het wordt op tijd vertrekken want we willen eerst ergens gaan ontbijten en het kwik stijgt volgens de voorspellingen snel. Dan willen we in ieder geval op het strand liggen!

Foto’s