Dag 25: Overtocht Vancouver - Victoria

9 juni 2022 - Goldstream, Canada

Vandaag draaide de dag vooral om water. Het begon vanmorgen al met de regen op het dak van de camper. Het weer was wel eens beter geweest maar we hielden hoop! Net buiten het dorpje was een waterval waar we langs reden en dat was dan ook meteen de laatste stop voordat we met de boot zouden gaan. 

Ik reed het eerste stuk naar de waterval want Stefan rijdt hier eigenlijk altijd. Mag ik een applaus, want ik heb maarliefst een half uur gereden. Het kwam met bakken uit de hemel dus ik vond het niet heel fijn om dan te rijden en Stefan is daar toch wat beter in dan ik. Daarnaast moesten we dwars door Vancouver heen waar het vast druk zou zijn. Dat laat ik dan liever over aan de buschauffeur onder ons. 

Over buschauffeurs gesproken, er stopten een paar bussen bij de waterval. Er kwamen uiteraard grote aantallen mensen uit. Dat was logisch, want het was maar kort lopen naar het spektakel. De planning van vandaag was strak. We wilden graag om 13.00u bij de veerboot terminal zijn want tussen die tijd en 13.30u mocht je inchecken. Het was dus maar een korte pauze bij de waterval want we moesten door. 

Het was verassend “rustig” in Vancouver. Het reed best goed door met hier en daar een kleine opstopping. Auto’s staan hier rustig midden op de rechter rijstrook geparkeerd dus soms was het goed uitkijken. 12.55u kwamen we aan bij de terminal en dus precies volgens planning. Laat dat maar aan ons over! We stonden daarom ook vooraan in de rij en mochten dus als eerste de boot op. Er was zelfs nog eventjes tijd om een Starbucks te halen, want blijkbaar zat er een soort winkelcentrum met eettentjes naast. Hier gingen we nog per ongeluk voor onze beurt,  omdat we dachten dat een meneer al iets had besteld. Na een verontschuldiging mochten wij van hem alsnog voor. Lekker aso deden we weer. Precies op het moment dat we de bus weer instapten mochten we oprijden. Timing, alweer! 

Het zou een vaart van anderhalf uur worden dus dat was goed te doen. We hielden het water angstvallig in de gaten, want misschien zouden we al wat dieren kunnen spotten. Er kwamen af en toe een paar vinnen uit het water dus we vermoeden dat er wat dolfijnen rond zwommen. Geen idee of die daar zijn, maar dat vinden wij gewoon. Er werd tig keer rond geroepen dat het alarm van verschillende auto’s afgingen. Na de vierde mededeling moest de omroepster er zelf ook om lachen. Blijkbaar was het uniek dat zoiets gebeurde. 

Het regende nog steeds, maar een bezoekje aan het sundeck konden we niet weerstaan. Net voordat het signaal klonk dat we naar de auto’s moesten gaan zagen we nog een zeehond zijn kop boven het water steken. Een medewerker verzocht ons nu toch echt om naar ons voertuig te gaan. Oke, we gaan al. Het was toch nogal nat en winderig op het dek. 

De eerste meters op Vancouver Island waren vol… file. Er stond nog een bezoekje gepland aan Victoria maar het verkeer stond zo erg vast door het slechte weer dat we dat maar uit moesten stellen. We hopen eigenlijk dat we daar morgen nog tijd voor hebben, maar dat bekijken we morgenochtend. De tank moest ook weer gevuld worden, dus we sloegen een woonwijk in. Via de toeristische route (die wel echt prachtig was) werden we daarna de weg weer op geleid, maar het verkeer was niet veel beter geworden! Het stuk hoorde eigenlijk maar een half uur te duren, maar we hebben er uiteindelijk twee uren over gedaan. 

De camping maakt het nu al de moeite waard. De bomen waar we tussen staan zijn mega breed en hoog en door de regen hangt er een bijna magische sfeer. Er groeit mos op de bomen, paddenstoelen schieten uit de stammen en de mist hangt tussen de takken. Het plekje is heel erg ruim en het lijkt net of we alleen zijn. Echt zo mooi! Ik kan er nu al echt als een blok tegenop kijken om weer naar huis te gaan. Naar het platte Nederland en weer in het dagelijks ritme… Stefan heeft dat altijd wat minder en die kan het altijd wel weer goed relativeren. Gelukkig maar, anders zou ik vast wegkwijnen in zelfmedelijden. 

Na het avondeten besloten we nog even een rondje over de camping te doen. We ontdekten een pad die naar een waterval toe liep. Het was nog licht dus gingen we die kant op. Er lag een mega grote boomstam in het water en de ogen van Stefan schoten daar alweer naartoe. Daar moest op geklommen worden! De camera hield ik in de aanslag, want als hij zou vallen zou dat mooi op film staan. Vanmiddag maakte ik per ongeluk een selfie toen ik onderweg een auto voor ‘m op de foto moest zetten en ik kan je vertellen dat het niet de mooiste selfie is geworden. Maar goed, de waterval was in een diep dal gelegen tussen allemaal varens, boomstammen met mos en een riviertje. Omdat hier ongeveer 7000 zwarte beren leven, was ik bang dat we ondertussen eentje tegen zouden komen. De berenspray lag nog in de camper dus moesten we maar geluid maken en in onze handen klappen. Ik was blij dat we weer terug op onze plek waren.

Hier was een douche dus dat was erg fijn. Als hij warm was geweest! Toen ik op de knop drukte voelde ik de bui al hangen want die ging echt niet warm worden. Na een paar minuten heb ik het opgegeven en al rillend liep ik weer richting de bus. Ik verkneukelde me al helemaal op het gezicht van Stefan op het moment dat ik zou vragen of hij lekker had gedoucht. Toen ik het vroeg met een pokerface antwoordde Stefan dat de douche lekker was. Wat?! Het bleek dat die van hem wel warm werd. Ik had een dejavu naar de tweede nacht op de camping…

Foto’s